De nieuwe rijksregie op de ruimte is vooral gericht op het ‘wat’. Maar indachtig de ‘golden circle’ moet die regie zich eerst richten op het ‘waarom’ en vervolgens op het ‘hoe’ en ‘wat’. Die gedachtegang levert waardevolle bouwstenen op voor landelijke verkiezingsprogramma’s.
De nationale ruimtelijke ordening is de afgelopen decennia vervallen tot het zielloos oplossen van maatschappelijke en ruimtelijke problemen. De dominante economische oriëntatie werkt niet (meer) goed, de uitputting van het natuurlijk systeem loopt tegen zijn grenzen en geitenpaadjes hebben de problemen alleen maar vergroot.
Afbraak van nationale ruimtelijke ordening
Wat we nu zien is het resultaat van vergaande decentralisatie en het loslaten van richtinggevende en kaderstellende rijksplannen (ingezet onder Balkenende I en vervolmaakt door Rutte I), het opheffen van het ministerie van VROM (onder Rutte I) en de Dienst Landelijk Gebied (onder Rutte II) en het afschaffen van rijksbudgetten voor onder meer natuur en recreatie (onder Rutte I). Het terugbrengen van een minister van VRO heeft het tij niet doen keren. Het kernprobleem veroorzaakt door de jarenlange aftakeling van het nationale ruimtelijk beleid is blijven bestaan: we zijn druk en ad hoc bezig met het ‘wat’, worstelen rondom het ‘hoe’ maar hebben de vraag ‘waarom’ onvoldoende beantwoord.
“We zijn druk en ad hoc bezig met het ‘wat’, worstelen rondom het ‘hoe’ maar hebben de vraag ‘waarom’ onvoldoende beantwoord. ”
Het zal niet meevallen om de problemen in de ruimtelijke ordening vlot te trekken. Maar er is een perspectief voor een aanpak. Het gaat om een omkering van waarden. Eerst zal het ‘waarom’ van de ruimtelijke ordening beantwoord moeten worden op nationaal niveau. Daarna pas het ‘hoe’ en ‘wat’.
Waarom: wervend ruimtelijk toekomstbeeld
Ruimtelijke ordening is geen zelfstandige activiteit maar zoekt naar de best denkbare wederkerige aanpassing van ruimte en samenleving (zulks ter wille van de samenleving). De eerste vraag is dan ook: wat voor een land willen we zijn? De vraag naar de hoeveelheid te realiseren woningen staat niet los van het migratievraagstuk. De stikstofdiscussie staat niet los van de vraag of we de één na grootste exporteur van agrarische producten willen blijven. De groei van Schiphol en andere luchtvelden staat niet los van de vraag hoeveel milieuruimte we willen geven. Daarom: maak een wervend ruimtelijk toekomstbeeld NL 2040 dat alle sectorale beleidsterreinen overstijgt met een betekenisvolle missie. Beantwoord de vraag wat voor een land we willen zijn. Ga ook de vrijblijvendheid voorbij en leg conform de oude wet WRO de essentiële ruimtelijke keuzes vast in planologische kernbeslissingen.
“De vraag naar de hoeveelheid te realiseren woningen staat niet los van het migratievraagstuk.”
Het ligt in de rede om voor het wervende toekomstbeeld aan te sluiten bij het VNG project Denktank Nederland 2040. Met dit conceptverhaal voor een ‘krachtiger, groener en menselijker land’ wordt heel Nederland uitgenodigd om mee te doen. De maatschappelijke dialoog wordt nu gevoerd (juni-december 2023). Gebruik de resultaten van dit participatieve traject en laat het in de juiste vorm en volgorde landen in de nieuwe Nota Ruimte: waarom, hoe, wat.
Hoe: organiseer uitvoeringskracht
Uitvoeringskracht vraagt om organisatie, kennis en financiële middelen. Enkelvoudige oplossingen hiervoor bestaan niet. Voor de organisatie is een minister van RO (zonder V en M) en een bijbehorend ministerie gewenst. Vandaaruit kan met capaciteit, planologische kennis en innovatiekracht rijksregie worden genomen. Een heldere opvatting over de rol van de (rijks)overheid in het ruimtelijk domein op de verschillende schaalniveaus is daarbij randvoorwaardelijk. Koppel ook voldoende investeringsmiddelen aan het ruimtelijk toekomstbeeld om urgente opgaven vlot te trekken. Maak een integraal investeringsbudget voor gebiedsontwikkeling in stedelijk gebied (Besluit locatiegebonden subsidies 2.0). En verbreed het doelbereik van het tijdelijke transitiefonds NPLG met recreatie zodat het landelijke gebied niet alleen natuur-inclusief maar ook mens-inclusief ontwikkeld kan worden (naar voorbeeld van het in 2010 afgeschafte Investeringsbudget Landelijk Gebied).
Wat: nationale programma’s
Uit het ruimtelijk toekomstbeeld volgen gebundelde ruimtelijke opgaven die als nationale programma’s kunnen worden opgepakt. Het toekomstbeeld brengt ordening en schifting aan in de huidige 25 Nationale Programma’s zodat deze tot behapbare proporties worden teruggebracht en met heldere prioriteiten en rijksmiddelen samen met de regio’s kunnen worden opgepakt.
Er is geen panacee om de huidige impasse in de nationale ruimtelijke ordening te doorbreken. Maar een doorbraak start met het doordenken van de ruimtelijke opgaven vanuit het ‘waarom’. Wat voor een land willen we zijn?
Dit blog verscheen in september 2023 op ROmagazine en is geschreven door Henk Werksma (H2Ruimte), Henk Puylaert (H2Ruimte) en Mike Duijn (GovernEUR)