Twee weken mocht ik fietsend en wandelend in Elzas en Vogezen ervaren hoe interessant grensvlakken zijn waar verschillende culturen, landschappen en weertypes samen komen. We kunnen op ruimtelijk vlak best een en ander leren van de Fransen. Tegelijkertijd besef je bij zo'n reis dat we een hier een aantal dingen best goed doen.

Het meest Duitse stukje van Frankrijk, de vrij abrupte overgang van het middelgebergte naar een vlak laagland en het natste stukje Frankrijk (Grand Ballon) en de droogste stad van het land (Colmar) hemelsbreed op nog geen 40 km afstand van elkaar.

Mengingen, overgangen, gradiënten, of hoe je het wilt noemen, die interessante plekken opleveren met natuurkwaliteit en ruimtelijke kwaliteit. De mooiste dorpen in de Elzas liggen in dit gebied waar bos overgaat in wijngaarden en wijngaarden in grasland en moerassen. De kwaliteit van overgangen tussen landschappen is iets om te koesteren, maar ook een lastige opgave, zoals we weten uit eigen land met een grote variatie aan (stads)landschappen op een beperkt oppervlak.

Een paar weken in Frankrijk doet je beseffen waar we in onze ruimtelijke inrichting trots op mogen zijn. Ik noem drie punten. Wat elke Nederlandse toerist in Frankrijk opvalt, is de grote supermarkt, met uitstekende airco, aan de rand van dorp of stad. Natuurlijk met een enorm plak asfalt om te parkeren, waar de hitte eind van de zomerdag hard toeslaat. Lekker makkelijk, altijd kun je de auto kwijt, maar wel met de keerzijde dat dit ten koste gaat van de levendigheid en het voorzieningenaanbod in dorpscentra en centra van kleinere steden. In Nederland hebben we het tij van uitplaatsing van de supermarkt naar een bedrijfsterrein gelukkig grotendeels weten te voorkomen.

 

 

Altijd weer die grote plakken asfalt bij de Franse supermarkt aan de rand van de stad

Bovendien hebben we in Nederland veel meer aandacht voor de kwaliteit van onze openbare ruimte, zowel in centrumgebieden als daarbuiten. Verdergaande vergroening van onze verblijfs- en woongebieden zorgen voor een extra kwaliteitsimpuls. In Frankrijk is de auto in de openbare ruimte nog dominanter dan bij ons. Deels een gevolg van een meer geaccidenteerd terrein. Je ziet de laatste jaren in stads- en dorpscentra wel enige verschuiving van de auto in de hoofdrol naar de auto in een gedoogrol. Een historisch plein staat niet meer vol met auto’s, maar er kan slechts op de helft geparkeerd worden. Zelfs dorpscentra zijn al als woonerf ingericht!

In tegenstelling tot ons land zijn Franse steden meer versteend, terwijl de temperatuur in de zomer juist aanleiding geeft voor vergroening. Hittestress is blijkbaar nog geen beleidsitem dat in daden resulteert in dit deel van Frankrijk.

 

Het grootste pluspunt van Nederland ten opzichte van Frankrijk blijft onze liefde en ruimte voor de fiets

Het grootste pluspunt van Nederland ten opzichte van Frankrijk blijft onze liefde en ruimte voor de fiets. Natuurlijk hebben we het grote voordeel dat we een dichtbevolkt en grotendeels plat land zijn. Veel voorzieningen in Frankrijk, die op autonabijheid liggen, zijn bij ons op fietsnabijheid te vinden. Het verschil is wel erg groot: bij Intermarché in Gérardmer of Leclercq in Sélestat heb ik geen fietsenrekje kunnen vinden.

Wel kunnen we van Frankrijk leren hoe respectvol automobilisten omgaan met kwetsbare verkeersdeelnemers als voetgangers en fietsers. Toch een wezenlijk punt in de relatie tussen mens en ruimte.

Dit blog verscheen eerder in ROmagazine op 18 augustus 2022.