Groeiende ruimteclaims zowel in de onder- als op de bovengrond noodzaken tot een betere afstemming van functies in onder- en bovengrond. Op veel plaatsen is de ruimte schaars in de ondergrond zowel door voorzieningen in de ondergrond als door bovengronds ruimtegebruik dat bepaald ondergronds ruimtegebruik uitsluit. Een aanpak van gebiedsontwikkeling waarbij bovengrond en ondergrond van start tot finish onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, ligt voor de hand. Dit is een 3D-ordeningsaanpak.
Afgelopen jaren is door H2Ruimte in diverse pilots, bijvoorbeeld in Sittard-Geleen, een samenhangende aanpak van onder- en bovengrond bij de gemeentelijke opgaven uitgewerkt. Deze levert bouwstenen op voor omgevingsvisies, omgevingsprogramma’s en omgevingsplannen. Minstens zo belangrijk is dat de pilots professionals laten ervaren wat de winst is van vroeg in processen samenwerken met relevante disciplines uit de gemeentelijke organisatie en van partners zoals waterschap, provincie, drinkwaterbedrijf, GGD en landbouworganisatie. Iets wat vanzelfsprekend lijkt, maar het nog niet is.
“Investeer aan het begin van een proces of project in kennisoverdracht over de ondergrond”
De aanpak van de pilots kende vier essentiële voorwaarden:
1) opdrachtgeverschap ligt bij de trekker van de omgevingsvisie, het omgevingsplan, de implementatie van de Omgevingswet of de projectleider van een gebiedsontwikkeling,
2) begin bij de maatschappelijke opgaven van de gemeente,
3) denk in kansen vanuit ondergrond via de vraag “hoe kan de ondergrond helpen?”, en
4) organiseer veel interactie tussen de betrokken disciplines en hou dit vol.
De pilots leveren de volgende drie generieke lessen op voor een succesvolle interdisciplinaire aanpak in de geest van de Omgevingswet. Hier toegespitst op 3D-ordening, maar voor vele disciplines in het sociaal-ruimtelijk domein relevant.
Investeer aan het begin van een proces of project in kennisoverdracht over de ondergrond. Een beeldend verhaal is zeer geschikt, over het ontstaan van het landschap in combinatie met de bewoningsgeschiedenis van een gebied. Dit sluit aan bij de denkwijze in de ruimtelijke ordening. Het verklaart en visualiseert waarom het (stads)landschap is wat het is. Vele kwaliteiten van de ondergrond komen in een landschapsgenese in beeld. Deze verklaren actuele problemen zoals verzakkingen van gebouwen, verdroging van gebieden en kansen vanuit de ondergrond zoals warmtelevering en -buffering. Het verbeeldt dat de ondergrond ‘breed en diep’ is en laat zien wat waard is om beschermd te worden.
Zonder een gedeeld referentiekader is samenwerking lastig. De maatschappelijke opgaven vormen dat kader. Een aanpak die hiermee begint, daagt alle betrokkenen uit antwoord te geven op de vraag: hoe kan jij helpen om de opgave dichter bij een oplossing te brengen? Het creëert gelijkwaardigheid in het gesprek; elke discipline doet ertoe. Tast af wat je voor elkaar kunt betekenen, toon echte interesse in de ander door open vragen te stellen.
“3D-ordening bij complexe gebiedsopgaven moet doordringen tot in de haarvaten van mens en organisatie”
3D-ordening is een professionele houding bij complexe gebiedsopgaven. Het moet doordringen tot in de haarvaten van mens en organisatie wil het werken. Pas dan zal het omgevingsbeleid wezenlijk bijdragen aan de beoogde duurzaam ontwikkeling. Het sluit naadloos aan op de denkwijze van planologen, geografen, stedenbouwkundigen en landschapsecologen en -ontwerpers, die zijn opgegroeid met een integrale (vaak slechts 2,5D) aanpak. Als zij dit oppakken en ondergrondspecialisten uitdagen om van betekenis te zijn voor een groter geheel, dan is het voor ondergrondspecialisten eenvoudiger om hun inbreng goed te laten landen. Een dienstverlenende opstelling van ondergrondspecialisten – “hoe kan ik helpen?” – maakt het voor hen eenvoudiger om vervolgens ook de eigen ondergrondagenda in te voegen.
Dit blog verscheen in ROmagazine op 16 februari 2021.